Joan Thijsz. (Payart)
overleden: 7 oktober 1678 in Amsterdam
Functies bij de Compagnie
• Gouverneur van Ceylon: 1640 tot 1646 • Gouverneur van Malakka: 1646 tot 1662 • Raad extra-ordinaris van Indië in Batavia: 1648 • Vice-president van de Raad van Justitie in Batavia: 1662 • President van het College van Schepenen in Batavia: 1667
Biografie
Joan Thijsz. (Payart) was in 1637 schipper op het jacht "Valk" in de vloot van Adam Westerwolt tegen Goa en Ceylon. Hij werd in oktober van 1637 met koopman Adriaan van Helmont afgevaardigd naar Singa Radja van Kandi. Op 21 augustus 1640 werd hij Voorzitter en tweede landvoogd van Ceylon in Galle. Hij was in januari 1644 bij het beleg en de herovering van Negombo; hij had grondige kennis van Ceylon, doordat hij vroeger daar als gevangene van de Portugezen gezeten had. Op 20 oktober 1646 werd hij benoemd tot gouverneur van Malakka, waar hij tot november 1662 bleef. Op 5 oktober 1648 werd hij benoemd tot extra-ordinair Raad van Indië. Op 29 november 1662 werd hij vice-president van de Raad van Justitie in Batavia en 7 oktober 1667 president van de Schepenen. Joan Thijsz. werd 24 november 1668 naar het vaderland "verlost" en vertrok op 2 december als commandeur van de retourvloot van 9 schepen van Batavia. Voor de Kaap was de vloot aangegroeid tot 19 schepen met een waarde van meer dan 4 miljoen gulden. Voor die behouden thuisreis ontving hij op 22 juli 1669 een dankbetuiging van de Staten van Holland. Joan Thijsz. overleed in Amsterdam op 7 oktober 1678 op 56-jarige leeftijd, en werd begraven in de Oude Kerk.
Joan Thijsz. was gehuwd met Johanne Vincq, dochter van N. Vincq en Anna Vincq, die in 1663 als weduwe Anna Steen nog in Malakka leefde. Uit dit huwelijk werden in Malakka gedoopt: 1. Matthijs op 29 december 1647; 2. Anna, gedoopt 1 augustus 1649, begraven in Amsterdam in de Oude Kerk 13 augustus 1695, zij trouwde voor de eerste keer in Batavia op 1 mei 1664 met Roeland de Carpentier, die tot 30 november 1668 koopman en weesmeester in Batavia was en die met de retourvloot van haar vader naar Nederland vertrok; zij huwde voor de tweede keer in Ouderkerk a. d. Amstel op 15 april 1681 met David Hartsinck, zoon van Carel Hartsinck, o.a. opperhoofd in Tonkin, later directeur-generaal; 3. Joannes, gedoopt 14 maart 1652; 4. Martinus, gedoopt 18 juni 1654 en 5. Jacobus, gedoopt 18 februari 1657.
Bronnen
[1] RGP-GS112, 1964. Generale Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan Heeren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie : Deel II: 1639-1655. - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1964. - 870 p., [nl]
[2] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]