Hendrik Bekker

geboren: in Amsterdam; overleden: 12 augustus 1722 in Amsterdam

Functie bij de Compagnie

• Gouverneur van Ceylon: 1707 tot 1716

Biografie

Nadat hij eerst in patria als kapitein in het leger gediend had kwam Hendrik Bekker in 1689 als capitein met het schip "de Voetboog" in Indië. Op 13 juni 1690 werd hij benoemd tot kapitein in Japara, destijds de hoofdvestiging van de VOC op Java's Noordkust. Op 1 augustus 1692 ging hij als zodanig naar Malabar. En op 12 juli 1694 naar Ceylon. Door de Heren XVII werd hij op 20 mei 1701 aangesteld tot fiscaal van Negapatnam (Coromandel). hij werd Raad extra-ordinair van Indië op 26 juli 1705. Op 24 mei 1707 werd hij aangesteld als gouverneur van Ceylon, een functie die hij op 22 december 1707 aanvaardde. Op zijn verzoek werd hij door de Heren XVII als zodanig ontslagen op 10 juli 1716 en hij gaf het bestuur over op 7 december 1716. Op 20 oktober 1716 is hij benoemd tot commandeur van de retourvloot en commissaris over de Kaap de Goede Hoop. Met een vloot van 29 schepen en een waarde van meer dan 7 miljoen gulden vertrok hij in 1717 naar Patria.

Zijn naam bleef verbonden aan het Leprahospitaal in Hendella, dat hij stichtte en waar een grote stenen plaat met zijn naamcijfer nog te zien is.
Hij is gedoopt in Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 3 augustus 1661, als zoon van Hendrik Becker, raad en schepen van die stad, bewindhebber van de West-Indische Compagnie, reder op de walvisvaart, en vestigde zich in 1717 na zijn terugkeer weer in Amsterdam, waar hij op 12 augustus 1722 overleed. Hij was gehuwd met Anna Catharina Collaert van Linden, geboren in 's Hertogenbosch, kinderloos overleden in Amsterdam op 25 maart 1716 na hertrouwd te zijn met Mr. Nicolaas Philippe de Famars.

Bron

[1] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]