Jacques le Fèbre
Functies bij de Compagnie
• Opperhoofd van Palleacatte: 1617 tot 1618 • Landvoogd van Ternaten: december 1622 tot augustus 1628
Biografie
Jacques Lefebre (ook wel Lefebvre, Le Febre en Le Febure) kwam in december 1607 als onderkoopman uit op de vloot van Verhoeff. Hij was werkzaam van 1614 tot 1618 op de Coromandelkust. In 1614 werd hij bevorderd tot opperkoopman in Petapoeli en toen dit kantoor in 1617 werd opgeheven werd Lefebre opperhoofd in Palleacatte. In 1618 ging hij naar Bantam. Hij was aan boord van het schip van Coen toen deze eind 1618 bij Jacatra tegen de Engelsen vocht. Toen Coen vertrok naar Ambon kreeg Lefebre opdracht om met het snelzeilend jacht Ceylon in de Straat Sunda te blijven kruisen en aankomende Nederlandse schepen te waarschuwen. Na de inneming van Jacatra ging hij als commandeur over enkele schepen naar de Straat Soenda en de kusten van West-Java. Lefebre streed daar tegen de Engelsen en veroverde het Engelse schip The Star. Coen en zijn raad schonken hem daarvoor een gouden keten met medaille. Hij was als commissaris tweede in bevel op de vloot van defensie in 1620 en 1621 naar Manilla en Japan. Jacques Lefebre werd 12 december 1622 Raad van Indië en gouverneur van de Molukken, wat hij tot begin 1628 bleef. Begin 1628 werd hij naar Batavia „verlost” en streed hij tijdens het eerste beleg van de stad als veldoverste tegen de Matarammers. Jacques Lefebre repatrieerde op 4 november 1628 als mede-comrnandeur van de retourvloot.
Bronnen
[1] Dam, Pieter van, 1939. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, Tweede boek, deel III. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1939. - 643 p., [nl]
[2] RGP-GS104, 1960. Generale Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan Heeren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie : Deel I: 1610-1638. - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1960. - 782 p., [nl]