Willem Volger

geboren: in Ackersloot; overleden: 9 januari 1679 in Hougli (Bengalen)

Functies bij de Compagnie

• Opperhoofd van Deshima (Japan): 20 oktober 1663 tot 7 november 1664
• Opperhoofd van Deshima (Japan): 28 oktober 1665 tot 18 oktober 1666
• Directeur van Suratte: 1672 tot 1676
• Opperhoofd van Jambi: 1667 tot 1668
• Directeur van Bengalen: 1677 tot 1678

Biografie

Willem (Wilhelm) Volger, geboren in Ackersloot[1], vertrok op 2 mei 1636 van Texel op het schip Zutphen als matroos[1]. Hij maakte snel carrière. Al snel na zijn aankomst werd hij als jong-assistent op de Coromandelkust geplaatst. In 1638 kreeg hij de rang van assistent. Hij werd in 1644 benoemd tot onderkoopman en in 1650 tot koopman[1]. In die hoedanigheid diende hij in Bengalen[3]. Hij diende begin jaren 1650 in Batavia als koopman, voordat hij in of kort na 1655[1] naar zijn vaderland terugkeerde.

In 1662 werd hij bevorderd tot opperkoopman en keerde in het voorjaar van 1663 terug in Indië. Hij werd benoemd tot opperhoofd van Deshima op 29 mei 1663 en kwam op 20 oktober aan in Deshima. Toen hij op 12 mei 1665 werd herbenoemd, vroeg hij of hij zijn vrouw mee mocht nemen. Dit werd bij uitzondering op 19 mei 1665 toegestaan ​​door de gouverneur-generaal en de raad. Na zijn tweede verblijf in Japan in 1665-1666 werd hij op 28 januari 1667 benoemd tot opperhoofd van Jambi, als opvolger van Andries Boogaert[5]. Op 19 mei 1668 werd hij teruggeroepen naar Batavia, waar hij diende als opperkoopman. In 1669 werd hij hoofd van het soldijkantoor in Batavia[3]. In 1670 werd hij Raad-extraordinaris van Indië[3]. In 1671 vertrok hij als commissaris naar Bengalen[1]. Van 1672-1676 was Volger directeur van Suratte[3], waar hij (opnieuw) de opvolger van Andries Boogaert was[5]. In mei 1677 kwam hij in Batavia terug[2] en nog in hetzelfde jaar vertrok hij als directeur naar Bengalen tot hij die functie eind 1678 overdroeg aan zijn opvolger. In 1678 was hij benoemd tot Raad van Indië[1]. Vlak voordat hij naar Batavia zou vertrekken voor die functie overleed hij op 9 januari 1679 in Houghly in Bengalen.

Bronnen

[1] Dam, Pieter van, 1932. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, Tweede boek, deel II. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1932. - 481 p., [nl]
[2] Dam, Pieter van, 1939. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, Tweede boek, deel III. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1939. - 643 p., [nl]
[3] RGP-GS112, 1964. Generale Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan Heeren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie : Deel II: 1639-1655. - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1964. - 870 p., [nl]
[4] Viallé, Cynthia, en Leonard Blussé, 2010. The Deshima dagregisters : their original tables of contents : Vol. XIII 1660-1670. - Leiden: Institute for the History of European Expansion, 2010. - 421 p., [en]
[5] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]