Pieter de Carpentier

geboren: 19 februari 1586 in Antwerpen; overleden: 5 september 1659 in Amsterdam

Functies bij de Compagnie

• Gouverneur-Generaal: 1 februari 1623 tot 30 september 1627
• Bewindhebber bij de Kamer van Amsterdam: oktober 1628 tot 5 september 1659 (overleden )

Biografie

Pieter de Carpentier
Pieter de Carpentier.
In: F. Valentijn, Beschryving van Oost-indiën,
deel IV/a, 1726

Pieter de Carpentier werd geboren op 19 februari 1586 [pers.med. 2008 E. Sterenberg / familieboek De Carpentier, Rijksarchief Leeuwarden] te Antwerpen waar zijn ouders al snel na zijn geboorte, zoals veel Zuid-Nederlanders in die tijd, voor de Spanjaarden naar de Noordelijke Nederlanden moesten uitwijken. Hij studeerde in Leiden en vertrok als opperkoopman op 23 januari 1616 aan boord van de Trouw naar Indië. Hij genoot meteen het vertrouwen van Gouverneur-Generaal Coen met wie hij vaak samenwerkte. In 1619 werd hij raad extra-ordinair en Directeur-Generaal. In 1620 werd hij lid van de Raad van Defensie. Hij ontzette met zestien schepen samen met Coen het belegerde fort van Jacarta en stichtte Batavia.
Op 8 september 1622 werd hij door de Heren XVII benoemd tot Gouverneur-Generaal en nam op 1 februari 1623 het bewind van Jan Pietersz. Coen over. Hij zette als bewonderaar van Coen diens beleid van de uitbreiding van Jacatra en het versterken van de inter-Aziatische handel, voort maar met meer tact. Tijdens zijn bewind vond in 1623 de 'Ambonse Moord' plaats. Gouverneur van Speult van fort Victoria op Ambon liet 10 Engelse kooplieden ophangen op beschuldiging van samenzwering tegen de VOC. Door deze 'Ambonse Moord' werd het verdrag uit 1619, dat gesloten was met de Engelse East India Company ter verdeling van de specerijenhandel, verbroken. Zijn verdiensten liggen vooral in het creëren van goede verhoudingen met de inheemse vorsten, en in de organisatie van Batavia (de bouw van een school en een stadhuis, de opstelling van regels voor politie en rechtspraak, oprichting van de eerste Weeskamer en het samenstellen van een Kerkenordening). Hij voerde een algemene belasting in ter verbetering van onderwijs en rechtspraak.
Op 30 september 1627 droeg De Carpentier zijn functie weer over aan Jan Pietersz. Coen. Na terugkeer in 1628 naar het vaderland, waarbij hij admiraal van de retourvloot was, werd hij geëerd en beloont met geld de gouden ereketen met medaille. Hij sloeg het aanbod van een tweede ambtstermijn als Gouverneur-Generaal in Indië af en werd bewindhebber bij de Heren XVII. In 1629 en 1632 werd hij door de VOC als gevolmachtigde naar Engeland gezonden om geschillen op te lossen.
Op 5 september 1659 overleed Pieter de Carpentier te Amsterdam.

Bronnen

[1] Encyclopaedie, [s.a.]. Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië : Eerste deel: A-G. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff, [s.a.]. - 619 pp., [nl]
[2] Putten, L.P. van, 2002. Ambitie en onvermogen : gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796. - Rotterdam: Uitgeverij ILCO-productions, 2002. - 192 p., [nl]
[3] Valentijn, François, 2002. Oud en Nieuw oost-Indiën, deel I. - Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2002. [nl]
[4] Valentijn, François, 2003. Oud en Nieuw oost-Indiën, deel IV/A. - Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2003. [nl]