Joannes Camphuys

geboren: 14 juli 1634 in Haarlem; overleden: 18 juli 1695 in Batavia

Functies bij de Compagnie

• Klerk bij de algemene secretarie in Batavia: 1654
• Opperhoofd van Deshima (Japan): 1671 tot 1672
• Lid van de Raad van Justitie in Batavia: 1672 tot 1673
• Opperhoofd van Deshima (Japan): 1673 tot 1674
• Lid van de Raad van Justitie in Batavia: 1674 tot 1675
• Opperhoofd van Deshima (Japan): 1675 tot 1676
• Secretaris van de Hoge Regering in Batavia: 1677
• President van het College van Weesmeesters in Batavia: 1677
• Raad extra-ordinaris van Indië in Batavia: 1678
• Raad ordinaris van Indië in Batavia: 1681
• Gouverneur-Generaal in Batavia: 11 januari 1684 tot 24 september 1691

Biografie

Joannes Camphuys is geboren te Haarlem op 18 juli 1634. In zijn jeugd was hij leerling bij een zilversmid in Amsterdam. Hij vertrok op 1 november 1652 aan boord van de Lastdrager naar Indië. Het schip leed echter schipbreuk op 2 maart 1653 bij de Shetland Eilanden. Camphuys overleefde de ramp en vertrok op 23/08/1653 aan boord van de Vergulde Draak. Hij werd klerk bij de algemene secretarie in Batavia en onderkoopman in Batavia. Na 11 jaar op de secreatarie werd hij koopman. Hij werd in 1670 opperkoopman en in 1671 vertrok hij als opperhoofd naar de VOC-post in Deshima in Japan. Deze functie kregen normaal alleen vertrouwelingen van de regering. Na een jaar keerde hij, zoals gebruikelijk voor die functie, terug en bekleedde de functie daarna nog 2 keer (in 1673 en 1675), afgewisseld met het lidmaatschap van de Raad van Justitie. In 1677 werd hij secretaris van de Hoge Regering en president van het college van weesmeesters. Hij voerde onderhandelingen met de gezanten van Bantam. In 1678 werd hij Raad extra-ordinair van Indië. In 1681 werd hij gewoon lid van de Raad van Indië.

Op 11 januari 1684 werd Joannes Camphuys door de Raad van Indië als opvolger van Cornelis Speelman als Gouverneur-Generaal aangesteld, aanvankelijk als provisioneel Gouverneur-Generaal totdat de Heren XVII de aanstelling hadden goedgekeurd. Omdat een aantal mensen zich gepasseerd voelden bij de benoeming, was zijn verstandhouding met de Raad niet optimaal. Hij was soms niet aanwezig en voerde zelfs besluiten niet uit wanneer hij het daarmee niet eens was. Maar de Heeren XVII waren op zijn hand en dus kon hij zijn gang gaan. Onder zijn bewind was er vrede in de archipel. Op 17 december 1690 kreeg hij op zijn eigen herhaald verzoek ontslag. Hij droeg het ambt van landvoogd op 24 september 1691 over aan Willem van Outhoorn.

Hij vertoefde sindsdien afwisselend op zijn buitenplaats bij Batavia en zijn bij zijn afscheid als Gouverneur-Generaal aan hem geschonken eiland Edam voor de kust van Batavia, waar hij een huis naar Japans model had laten bouwen en waar hij dieren uit alle delen van Indië verzamelde. Hij had daarover schriftelijk contact met Rumphius op Ambon. Hij overleed precies op zijn 61ste verjaardag in 1695. Hij is in de Hollandse kerk te Batavia begraven.
Camphuys was, hoewel rechtschapen, geen krachtig bestuurder. Zijn bestuur werd niet gekenmerkt door belangrijke gebeurtenissen. Vermeldenswaard zijn de opstand van Soerapati op Java en het tractaat met Bantam van 17 april 1684. Hij slaagde er niet in de corruptie onder ambtenaren aan te pakken. Wel had hij veel belangstelling voor de wetenschap en hij steunde hen dan ook waar mogelijk en schreef zelf ook een verhandeling over de stichting van Batavia die opgenomen is in François Valentijns standaardwerk Oud en Nieuw oost-Indiën.

Bronnen

[1] Encyclopaedie, [s.a.]. Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië : Eerste deel: A-G. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff, [s.a.]. - 619 pp., [nl]
[2] Putten, L.P. van, 2002. Ambitie en onvermogen : gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796. - Rotterdam: Uitgeverij ILCO-productions, 2002. - 192 p., [nl]