Henricus Zwaardecroon

geboren: 26 januari 1667 in Rotterdam; overleden: 12 augustus 1728 in Batavia

Functies bij de Compagnie

• Boekhouder in Batavia: 1686
• Commandeur van Jafnapatham (Ceylon): 1694 tot 1696
• Commissaris in Malabar: 1697 tot 1698
• Waarnemend gouverneur in Ceylon: 1697
• Directeur van Suratte: 28 juni 1699 tot 1701
• Secretaris van de Hoge Regering in Batavia: 1703
• Gouverneur-Generaal in Batavia: 13 november 1718 tot 8 juli 1725

Biografie

Henricus (Hendrick) Zwaardecroon (Swaardecroon) werd geboren in Rotterdam op 26 januari 1667. In december 1684 vertrok hij als adelborst naar Indië aan boord van de Purmer, het schip waarop ook de Commissaris-Generaal Van Rheede voer, die hem onderweg enkele keren als secretaris gebruikte. In oktober 1685 kwam hij in Batavia aan. Zijn baan als secretaris tijdens de heenreis zorgde voor een snelle carriëre in Indië: in 1686 werd hij boekhouder en later dat jaar onderkoopman, in 1689 koopman en in 1694 opperkoopman. In 1694 werd hij benoemd tot commandeur in Jafnapatham (Ceylon). De memorie van zijn hand van de overgave van het Commandement van Jaffnapatnam in 1697 aan zijn opvolger is in 1911 in Colombo in het Engels vertaald in druk verschenen[3]. In 1697 commissaris op de Malabarkust en waarnemend Gouverneur van Ceylon. In 1699 werd hij directeur van Suratte. In 1703 werd hij secretaris van de Hoge Regering in Batavia en in 1704 werd hij door toedoen van Johan van Hoorn buitengewoon lid van de Raad van Indië. Door het lid en later de Gouverneur-Generaal Van Swoll, die hem het liefst uit de Raad gegooid zag en hem probeerde weg te promoveren, duurde het nog tot 1715 voordat de Heren XVII hem tot gewoon lid hadden benoemd.

Na de dood van Christoffel van Swoll (12 november 1718) werd Zwaardecroon per 13 november 1718 benoemd tot Gouverneur-Generaal; op 10 september 1720 is hij in dit ambt bevestigd. Op 16 oktober 1724 is hem op zijn eigen verzoek ontslag verleend en Zwaardecroon droeg op 8 juli 1725 daadwerkelijk het ambt over aan Mattheus de Haan.

In zijn regeringsperiode kreeg Zwaardecroon te maken met onrust in Batavia, zoals brand op de equipagewerf en een aanslag op de kruithuizen. De vermogende Pieter Eberveld had land van zijn overleden vader geërfd. Op een deel van dit bezit maakte de regering aanspraak. Eberveld beraamde in 1722 een aanslag op de Hollanders, maar enkele van zijn slaven waarschuwden de regering waardoor de aanslag verijdeld werd. Eberveld bekende op de pijnbank en werd ter doord veroordeeld, samen met de andere samenzweerders. Zijn huis werd afgebroken, er kwam een muur om het terrein en op de muur werd ter afschikking zijn op een lans gespieste hoofd gezet. Een steen met inscriptie dat op die plaats nimmer gebouwd zou worden is pas tijdens de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog verwijderd.

Zwaardecroon heeft altijd veel belangstelling gehad voor de ontwikkeling van nieuwe producten. Hij stimuleerde de aanplant van koffie in de Preanger (Java) waardoor de productie snel groeide. Vanaf 1723 moest deze hele koffie-oogst aan de VOC geleverd worden. Daarnaast introduceerde Zwaardecroon de zijdeteelt op Java en de productie van plantaardige verfstoffen. De zijdeteelt was niet zo succesvol. Hij herstelde wel in 1722 de verstoorde Chinese theehandel.

In 1719 overleed in Oost-Java Pakoe Boewono. Twee broers van zijn zoon Amengkoerat III erkenden de opvolging door hun broer niet. Zij vielen Kartasoera aan, maar die aanval werd door de Nederlandse bezetting afgeslagen. Zwaardecroon zag zich genoodzaakt troepen naar Oost-Java te sturen. Het verzet werd in 1723 gebroken, maar het duurde toch nog tot 1753 aleer het weer rustig werd in het gebied (Tweede Javaanse Successieoorlog, 1719-1723). Zwaardecroon trad op tegen particuliere handel en kreeg daardoor zeer goede relaties met de lokale bewindhebbers. In 1722 liet hij 26 VOC-dienaren wegens corruptie in Batavia terechtstellen.

Henricus Zwaardecroon is overleden op 12 augustus 1728 op zijn landgoed Kadoeang bij Batavia. Hij voelde zich naar eigen zeggen meer thuis tussen de gewone burgers en werd op zijn verzoek niet bij zijn voorgangers begraven, maar op de begraafplaats van de Portugese Buitenkerk te Batavia. Zijn graf is daar nog te vinden.

Bronnen

[1] Encyclopaedie, [1905]. Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië : Vierde deel: Soek-Zij. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff, [1905]. - 848 pp., [nl]
[2] Putten, L.P. van, 2002. Ambitie en onvermogen : gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796. - Rotterdam: Uitgeverij ILCO-productions, 2002. - 192 p., [nl]
[3] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]