Joan van Hoorn

geboren: 16 november 1653 in Amsterdam; overleden: 21 februari 1711 in Amsterdam

Functie bij de Compagnie

• Gouverneur-Generaal in Batavia: 15 augustus 1704 tot 30 oktober 1709

Biografie

Joan van Hoorn
Joan van Hoorn.
In: F. Valentijn, Beschryving van Oost-indiën,
deel IV/a, 1726

Joan (ook wel Johan) van Hoorn werd geboren op 16 november 1653 als zoon van de vooraanstaande buskruitfabrikant Pieter Janszn. van Hoorn (getrouwd met Sara Bessels) te Amsterdam. Toen het buskruitbedrijf niet zo goed meer liep, werd hij door toedoen van zijn invloedrijke kennissen benoemd tot Raad extra-ordinair van Indië. De familie vertrok in 1663 naar Indië en Joan ging mee.

In 1665, toen hij nog maar 12 jaar was, werd Joan van Hoorn in 1665 al onder-assistent bij de VOC. Van juli 1666 tot januari 1668 vergezelde hij zijn vader op een gezantschapsreis naar China alwaar hij ook door de keizer in Peking werd ontvangen. Daarna maakte Van Hoorn snel promotie. In 1671 werd hij assistent, in 1673 onderkoopman, in 1676 koopman en eerste klerk op de algemene secretarie, in 1678 werd hij secretaris van de Hoge Regering. Op 11 augustus 1682 werd hij Raad extra-ordinair van Indië en in datzelfde jaar werd hij met een reis naar Bantam belast en tot president van de Weeskamer benoemd. In 1684 werd hij tot president van het College van Heemraden benoemd. In 1685 vond opnieuw een zending naar Bantam plaats, gevolgd door een benoeming tot Raad ordinair van Indië.

Van Hoorn trouwde met Anna Struis. Zij kregen een dochter, Petronella Wilhelmina, die trouwde met Jan Trip, zoon van burgemeester Trip. Na dit huwelijk was Petronella nog gehuwd met de zeer vermogende Lubbert Adolf Torck, heer van Roozendael.

In 1691 werd Van Hoorn directeur-generaal. In die functie reorganiseerde hij de administratie van de Compagnie grondig. Na het overlijden van zijn vrouw Anna hertrouwde hij in 1692 met de dochter van de zittende landvoogd Willem van Outhoorn, Susanna. Op 20 september 1701 werd hij zelf benoemd tot Gouverneur-Generaal als opvolger van zijn schoonvader, maar hij weigerde het ambt te aanvaarden als niet eerst drie door hem aangewezen hoge ambtenaren (Mattheus de Haan, Henricus Zwaardecroon en de Roo) in de Hoge Indische Regering werden opgenomen. Dit deed hij omdat hij geen vertrouwen in de raad had, met name in Abraham van Riebeeck en Christoffel van Swoll. De Heren XVII gingen met deze eis accoord en op 15 augustus 1704 aanvaardde Joan van Hoorn de functie van Gouverneur-Generaal.

Het bestuur van Joan van Hoorn wordt vooral gekenmerkt door de in de begin jaren van zijn bewindsperiode heersende Eerste Javaanse successie oorlog (1704-1708). De VOC wilde zich aanvankelijk buiten de strijd houden maar uiteindelijk moest er toch een positie gekozen worden. In 1705 (Encyclopaedie van Ned. Indië) sloot Joan van Hoorn een contract met Mataram waarbij West-Java aan de Compagnie werd afgestaan. Joan van Hoorn experimenteerde met de koffiecultuur. De koffieprijs werd bepaald door de kooplieden in Mokka en om daar iets tegen te doen ging de VOC experimenteren om in andere gebieden koffie te verbouwen. Hierdoor ontstond grote uitbreiding van de koffiecultuur, met name in de Preanger op Java.

Op 16 november 1706 hertrouwde Joan van Hoorn, na het overlijden van Susanna, met Joanna Maria van Riebeeck, de oudste dochter van nota bene Directeur-Generaal Abraham van Riebeeck. Zij was weduwe van Gerard de Heere die raad extraordinair en landvoogd van Ceylon was geweest. Uit dit huwelijk kwam op 2 februari 1708 een zoon voort die echter na korte tijd overleed.

Op 2 maart 1708 werd Joan van Hoorn op zijn eigen verzoek ontslagen; op 30 oktober 1709 droeg hij de functie over aan zijn schoonvader Abraham van Riebeeck. Ondanks zijn verzoek mocht hij niet in Indië blijven en de dag na de functie-overdracht vertrok hij als commandeur van de retourvloot naar Patria. Daar aangekomen kocht hij een mooi huis aan de Herengracht in amsterdam. De Heren XVII reikten hem een gouden keten met medaille uit. Hij overleed reeds een half jaar na zijn terugkeer op 21 februari 1711 te Amsterdam. Hij werd zonder statie 's avonds begraven.

Bronnen

[1] Encyclopaedie, [s.a.]. Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië : Tweede deel: H-M. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff, [s.a.]. - 662 pp., [nl]
[2] Putten, L.P. van, 2002. Ambitie en onvermogen : gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796. - Rotterdam: Uitgeverij ILCO-productions, 2002. - 192 p., [nl]
[3] Valentijn, François, 2003. Oud en Nieuw oost-Indiën, deel IV/A. - Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2003. [nl]