Abraham van Riebeeck
geboren: 18 oktober 1653 in Kaap de Goede Hoop; overleden: 17 november 1713 in Batavia
Functies bij de Compagnie
• Zending naar Bantam: 3 januari 1678 • Lid van de Raad van Justitie in Batavia: 2 augustus 1678 • Secretaris van de Hoge Regering in Batavia: 1684 • Raad extra-ordinaris van Indië in Batavia: 1690 • President van het College van Schepenen in Batavia: 30 mei 1691 • Raad ordinaris van Indië in Batavia: 24 september 1691 • Directeur-generaal in Batavia: 31 januari 1704 • Gouverneur-Generaal in Batavia: 30 oktober 1709 tot 17 november 1713
Biografie
Abraham van Riebeeck werd geboren op 18 oktober 1653 aan de Kaap de Goede Hoop. Hij was de zoon van de stichter van de Kaap, Jan van Riebeeck. In 1662 vertrok het gezin naar Batavia. Abraham werd naar Nederland gestuurd om in Leiden rechten te gaan studeren. In 1676 promoveerde hij in de rechten. Hij trad in dienst van de Compagnie en vertrok op 12 september 1676 aan boord van de Vrijheid naar Indië als onderkoopman. Op 7 mei 1677 kwam hij daar aan. Op 3 januari 1678 werd hij met een zending naar Bantam belast. Op 2 augustus 1678 werd hij tot lid van de Raad van Justitie benoemd en in 1684 secretaris van de Hoge Regering. In 1690 volgde bevordering tot Raad extra-ordinair van Indië. Op 30 mei 1691 werd hij President van Schepenen en op de 24 september van datzelfde jaar Raad ordinair. Op 18 september 1702 werd Van Riebeeck tot Directeur-Generaal benoemd, een functie die hij vanaf 31 januari 1704 bekleedde.
Op 2 maart 1708 werd Abraham van Riebeeck benoemd tot Gouverneur-Generaal, in welke functie hij op 30 oktober 1709 overnam van Joan van Hoorn. Tijdens zijn bestuur werden de tinmijnen op Banka ontdekt, de betrekkingen met Bandjarmasin hernieuwd en een contract met Johor gesloten. Van Riebeeck heeft zich ook veel ingezet voor de bevordeing van de koffieaanplant. Hij ondernam veel kleine en vier grote reizen. Deze reizen, zowel te paard als te voet, vermeerderden niet alleen de geografische en topografische kennis maar ook de economische kennis van binnenlandse regentschappen nam toe. In zijn gevolg bevonden zich tekenaars om kaarten en topografische afbeeldingen te maken. Er werden (primitieve) wegen aangelegd, waaronder een weg van de westkust naar Batavia om snel op de hoogte gebracht te kunnen worden wanneer de vloot Straat Soenda bereikte. Van zijn laatste reis naar de vulkanen bij Bandoeng en Garoet keerde Van Riebeeck terug met een zware dysenterie, een ziekte waaraan hij op 17 november 1713 overleed. Abraham van Riebeeck werd begraven op het Hollandse kerkhof in Batavia. De landvoogdij werd overnomen door Christoffel van Swoll.
Abraham van Riebeeck had overigens geen gemakkelijk karakter. Hij was zeer eigengereid. Bekend is zijn gezegde: "De Heeren in 't vaderlant besluyten de zaaken, zoals zij het daer goetvinden, maer wy doen het hier, zoals wy het verstaen en best oordeelen". Van Riebeeck had een grote hekel aan alle pracht en praal van Batavia, hoewel hij daar zelf toch niet vies van was.
Bronnen
[1] Encyclopaedie, [s.a.]. Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië : Derde deel: N-Soek. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff, [s.a.]. - 647 pp., [nl]
[2] Putten, L.P. van, 2002. Ambitie en onvermogen : gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796. - Rotterdam: Uitgeverij ILCO-productions, 2002. - 192 p., [nl]