De Kamer van Hoorn

Het Oostindisch Huis

Oostindisch Huis Hoorn

Oostindisch Huis aan de Muntstraat..
©2007 de VOCsite

Het eerste kantoor waar de Kamer van Hoorn gevestigd was was een kamer in het voorste deel van het Sint Geertruidenklosster aan de Nieuwstraat. Omdat uitbreiding van de huisvesting noodzakelijk was geworden, werd in 1676 door de Heren XVII goedkeuring gegeven om een huis aan te kopen. Het nieuwe Oostindisch Huis was gelegen aan de zuidzijde van de Muntstraat op de plaats waar eerst de Munt stond. Het linker deel van het pand, twee ramen breed heeft een fronton met daarin een schild met het monogram van de Kamer van Hoorn. In dit deel van het pand zal op de beganegrond de grote vergaderzaal van de bewindhebbers zijn geweest. Het rechter deel van het pand heeft in het midden een hoge stoep met de deur en aan weerszijden daarvan twee ramen.
Na de opheffing van de VOC werd het pand eigendom van de gemeente Hoorn en heeft het verschillende functie gehad. Van de oorspronkelijke indeling is niets bekend; het pand is nu verbouwd tot woningen en atelierruimte.

De Pakhuizen

Gevelsteen rechter pakhuis uit 1606

Gevelsteen rechter pakhuis.
©2007 de VOCsite

De Kamer van Hoorn had aan de Onder de Boompjes, op de hoek met de Pakhuisstraat, twee pakhuizen. Het oostelijk gelegen pakhuis met een gebogen deurkozijn heeft boven de deur een relief voorstellende een zak met het jaartal 1606. De stad Hoorn heeft in 1605 besloten dit pakhuis ten behoeve van de Compagnie te laten bouwen. Later is dit pakhuis in noordelijke richting uitgebreid tot aan de Achter de Vest, getuige ook de muurankers die het jaartal 163_ aangeven; het laatste cijfers is niet bekend; waarschijnlijk met de restauratie in 1926 is hier een 1 van gemaakt. In het pand is nog steeds een zwart marmeren schouw met het monogram van de Kamer van Hoorn aanwezig.

Gevelsteen linker pakhuis uit 1606

Gevelsteen linker pakhuis.
©2007 de VOCsite

Het linker pakhuis is aanmerkelijk korter dan het andere pakhuis en heeft een mooie gevelsteen met een voorstelling van twee 17e eeuwse koopvaarders. Dit pakhuis komt, evenals de latere uitbreiding van het eerste pakhuis, op een kaart van 1615 van Velius nog niet voor en is dus later gebouwd. Nadere informatie over de uitbreidingen is helaas niets bekend. In de 19e eeuw zijn de pakhuizen verbouwd om er woningen in te maken voor gehuwde militairen.

Naast de pakhuizen aan de Onder de Boompjes heeft de Kamer van Hoorn ook nog een pakhuis met de naam "De Lastdrager" gehad. Dit pakhuis op de Modderbakken is in 1670 door een particulier koopman gebouwd en (in 1670) verkocht aan de Verenigde Oostindische Compagnie. In 1727 is het terrein van dit pakhuis uitgebreid. Mogelijk was de Lastdrager al voor 1801 verkocht door de Kamer van Hoorn want het komt niet op een lijst van bezittingen uit dat jaar voor. In 1804 is de Lastdrager verkocht aan een particulier maar later is het weer in handen van de gemeente Hoorn en is er een hospitaal in gevestigd. Later zijn er woningen in gemaakt.

Scheepswerf

Aan de binnenkant van de in 1608 aangelegde Buitenluiendijk kocht de Verenigde Oostindische compagnie een terrein om de scheepstimmerwerf aan te leggen. Een mooie toegangspoort gaf toegang tot het terrein. Op het werfterrein werden in 1723 twee mooie woonhuizen gebouwd: één voor de equipagemeester en één voor de meester-timmerman. Waarschijnlijk was dit één pand met de twee woningen. In 1732 werd een nieuw magazijn gebouwd. Het werfterrein werd in 1767 nog verder uitgebreid. Na 1800 is het werfterrein en de dokken omgezet in grasland. In 1950 zijn opgravingen verricht op het oude werfterrein.
Op de werf in Hoorn zijn ca 110 schepen gebouwd. Volg deze link voor een overzicht van schepen gebouwd op de werf in Hoorn. Het was niet toegestaan op de werven van de VOC schepen voor derden te bouwen. Desondanks bleek in 1671 dat de scheepstimmerman van de Kamer van Hoorn de werf en gereedschappen gebruikt heeft om twee schepen voor particulieren te bouwen.

Lijnbaan

Van de zes Kamers van de Verenigde oostindische Compagnie was Hoorn de enige die geen eigen lijnbaan had. Er werd in Hoorn gebruik gemaakt van de aanwezige plaatselijke touwslagerijen. Soms waren die touwslagerijen deels in eigendom van de bewindhebbers.

Uitgevaren voor de Kamer van Hoorn

Onderstaande tabel toont per jaar het aantal schepen dat van Patria uitgevaren is voor de Kamer van Hoorn (gebaseerd op de gegevens in de database van de VOCsite).

jaar#
16032
16061
16071
16131
16141
16151
16162
16181
16192
16202
16212
16233
16272
16282
jaar#
16292
16301
16321
16331
16341
16371
16381
16391
16402
16421
16432
16441
16451
16471
jaar#
16491
16501
16511
16521
16532
16541
16552
16562
16581
16601
16611
16622
16632
16652
jaar#
16661
16671
16682
16691
16702
16712
16722
16731
16742
16752
16762
16781
16801
16811
jaar#
16822
16831
16841
16851
16861
16871
16881
16891
16901
16911
16922
16931
16943
16952
jaar#
16961
16972
16981
16991
17003
17012
17021
17032
17042
17052
17063
17071
17082
jaar#
17091
17102
17112
17121
17131
17142
17151
17163
17172
17183
17193
17202
17213
17223
jaar#
17232
17245
17252
17262
17273
17283
17293
17303
17313
17321
17332
17343
17353
17362
jaar#
17373
17382
17392
17403
17412
17421
17431
17442
17452
17463
17472
17481
17493
17504
jaar#
17512
17523
17532
17543
17551
17562
17572
17582
17592
17601
17613
17622
17633
17642
jaar#
17651
17663
17672
17681
17692
17702
17711
17723
17732
17742
17751
17763
17771
17781
jaar#
17793
17802
17821
17831
17842
17851
17862
17873
17882
17891
17903
17913
17932

Hedendaagse getuigen van de VOC-geschiedenis

Pakhuizen aan de Onder de Boompjes

Pakhuizen aan de Onder de Boompjes. ©2007 de VOCsite

Het Oostindisch Huis aan de Muntstraat en de twee pakhuizen aan Onder de Boompjes zijn de enige gebouwen van de Verenigde Oostindische Compagnie die tegenwoordig de herinnering aan de VOC-tijd levend houden. Helaas zijn de panden alleen op bepaalde dagen (gedeeltelijk) toegankelijk. In het rechter pakhuis zijn de vereniging "Oud Hoorn" met een voorlichtingsbalie en, in het grootste deel van het pand, een tandartsenopleiding gevestigd. In het linker pakhuis is het theater "Het Pakhuis" voor amateurtoneel en toneelcursussen gevestigd.
In het Westfries Museum bevindt zich een groot doek voorstellende de bewindhebbers van de Kamer van Hoorn in 1682, dat uit de bewindhebberszaal in het linker gedeelte van het Oostindisch Huis afkomstig is.

Tevens is het Foreestenhuis op de Grote Oost in Hoorn interessant om genoemd te worden vanwege de relatie van de familie Van Foreest met de VOC. In 1724 liet Nanning van Foreest een nieuwe monumentale gevel zetten voor zijn panden aan de Grote Oost. In het smeedijzeren hek is het monogram NVF terug te vinden. Nanning van Foreest was de rijkste man van Hoorn en is acht keer burgemeester van Hoorn geweest. In 1727 werd hij bewindhebber van de VOC, in navolging van zijn vader en grootvader. Ook zijn broer en diens zoon werden bewindhebber. Nanning liet na zijn overlijden maar liefst 1,2 miljoen gulden na, o.a. verdiend met aandelen VOC en overheidsobligaties.

Bronnen

- Bonke, Hans, en Katja Bossaers, [2002]. - Heren investeren : de bewindhebbers van de West-Friese Kamers van de VOC.
- Galan, Gerdien de, et al., 2005. - Het VOC-pakhuis te Hoorn : Onder de Boompjes 22 : Van peperbaal tot tandartsstoel.
- Gelder, R. van en L. Wagenaar, 1988. - Sporen van de Compagnie : de VOC in Nederland.
- Overvoorde, J.C. en P. de Roo de la Faille, 1928. - De gebouwen van de Oost-Indische Compagnie en van de West-Indische Compagnie in Nederland.