De Kamer van Hoorn
Het Oostindisch Huis
Het eerste kantoor waar de Kamer van Hoorn gevestigd was was een kamer in het voorste deel van het Sint Geertruidenklosster aan de Nieuwstraat. Omdat uitbreiding van de huisvesting noodzakelijk was geworden, werd in 1676 door de Heren XVII goedkeuring gegeven om een huis aan te kopen. Het nieuwe Oostindisch Huis was gelegen aan de zuidzijde van de Muntstraat op de plaats waar eerst de Munt stond. Het linker deel van het pand, twee ramen breed heeft een fronton met daarin een schild met het monogram van de Kamer van Hoorn. In dit deel van het pand zal op de beganegrond de grote vergaderzaal van de bewindhebbers zijn geweest. Het rechter deel van het pand heeft in het midden een hoge stoep met de deur en aan weerszijden daarvan twee ramen.
Na de opheffing van de VOC werd het pand eigendom van de gemeente Hoorn en heeft het verschillende functie gehad. Van de oorspronkelijke indeling is niets bekend; het pand is nu verbouwd tot woningen en atelierruimte.
De Pakhuizen
De Kamer van Hoorn had aan de Onder de Boompjes, op de hoek met de Pakhuisstraat, twee pakhuizen. Het oostelijk gelegen pakhuis met een gebogen deurkozijn heeft boven de deur een relief voorstellende een zak met het jaartal 1606. De stad Hoorn heeft in 1605 besloten dit pakhuis ten behoeve van de Compagnie te laten bouwen. Later is dit pakhuis in noordelijke richting uitgebreid tot aan de Achter de Vest, getuige ook de muurankers die het jaartal 163_ aangeven; het laatste cijfers is niet bekend; waarschijnlijk met de restauratie in 1926 is hier een 1 van gemaakt. In het pand is nog steeds een zwart marmeren schouw met het monogram van de Kamer van Hoorn aanwezig.
Het linker pakhuis is aanmerkelijk korter dan het andere pakhuis en heeft een mooie gevelsteen met een voorstelling van twee 17e eeuwse koopvaarders. Dit pakhuis komt, evenals de latere uitbreiding van het eerste pakhuis, op een kaart van 1615 van Velius nog niet voor en is dus later gebouwd. Nadere informatie over de uitbreidingen is helaas niets bekend. In de 19e eeuw zijn de pakhuizen verbouwd om er woningen in te maken voor gehuwde militairen.
Naast de pakhuizen aan de Onder de Boompjes heeft de Kamer van Hoorn ook nog een pakhuis met de naam "De Lastdrager" gehad. Dit pakhuis op de Modderbakken is in 1670 door een particulier koopman gebouwd en (in 1670) verkocht aan de Verenigde Oostindische Compagnie. In 1727 is het terrein van dit pakhuis uitgebreid. Mogelijk was de Lastdrager al voor 1801 verkocht door de Kamer van Hoorn want het komt niet op een lijst van bezittingen uit dat jaar voor. In 1804 is de Lastdrager verkocht aan een particulier maar later is het weer in handen van de gemeente Hoorn en is er een hospitaal in gevestigd. Later zijn er woningen in gemaakt.
Scheepswerf
Aan de binnenkant van de in 1608 aangelegde Buitenluiendijk kocht de Verenigde Oostindische compagnie een terrein om de scheepstimmerwerf aan te leggen. Een mooie toegangspoort gaf toegang tot het terrein. Op het werfterrein werden in 1723 twee mooie woonhuizen gebouwd: één voor de equipagemeester en één voor de meester-timmerman. Waarschijnlijk was dit één pand met de twee woningen. In 1732 werd een nieuw magazijn gebouwd. Het werfterrein werd in 1767 nog verder uitgebreid. Na 1800 is het werfterrein en de dokken omgezet in grasland. In 1950 zijn opgravingen verricht op het oude werfterrein.
Op de werf in Hoorn zijn ca 110 schepen gebouwd. Volg deze link voor een overzicht van schepen gebouwd op de werf in Hoorn. Het was niet toegestaan op de werven van de VOC schepen voor derden te bouwen. Desondanks bleek in 1671 dat de scheepstimmerman van de Kamer van Hoorn de werf en gereedschappen gebruikt heeft om twee schepen voor particulieren te bouwen.
Lijnbaan
Van de zes Kamers van de Verenigde oostindische Compagnie was Hoorn de enige die geen eigen lijnbaan had. Er werd in Hoorn gebruik gemaakt van de aanwezige plaatselijke touwslagerijen. Soms waren die touwslagerijen deels in eigendom van de bewindhebbers.
Uitgevaren voor de Kamer van Hoorn
Onderstaande tabel toont per jaar het aantal schepen dat van Patria uitgevaren is voor de Kamer van Hoorn (gebaseerd op de gegevens in de database van de VOCsite).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hedendaagse getuigen van de VOC-geschiedenis
Het Oostindisch Huis aan de Muntstraat en de twee pakhuizen aan Onder de Boompjes zijn de enige gebouwen van de Verenigde Oostindische Compagnie die tegenwoordig de herinnering aan de VOC-tijd levend houden. Helaas zijn de panden alleen op bepaalde dagen (gedeeltelijk) toegankelijk. In het rechter pakhuis zijn de vereniging "Oud Hoorn" met een voorlichtingsbalie en, in het grootste deel van het pand, een tandartsenopleiding gevestigd. In het linker pakhuis is het theater "Het Pakhuis" voor amateurtoneel en toneelcursussen gevestigd.
In het Westfries Museum bevindt zich een groot doek voorstellende de bewindhebbers van de Kamer van Hoorn in 1682, dat uit de bewindhebberszaal in het linker gedeelte van het Oostindisch Huis afkomstig is.
Tevens is het Foreestenhuis op de Grote Oost in Hoorn interessant om genoemd te worden vanwege de relatie van de familie Van Foreest met de VOC. In 1724 liet Nanning van Foreest een nieuwe monumentale gevel zetten voor zijn panden aan de Grote Oost. In het smeedijzeren hek is het monogram NVF terug te vinden. Nanning van Foreest was de rijkste man van Hoorn en is acht keer burgemeester van Hoorn geweest. In 1727 werd hij bewindhebber van de VOC, in navolging van zijn vader en grootvader. Ook zijn broer en diens zoon werden bewindhebber. Nanning liet na zijn overlijden maar liefst 1,2 miljoen gulden na, o.a. verdiend met aandelen VOC en overheidsobligaties.
Bronnen
- Bonke, Hans, en Katja Bossaers, [2002]. - Heren investeren : de bewindhebbers van de West-Friese Kamers van de VOC.
- Galan, Gerdien de, et al., 2005. - Het VOC-pakhuis te Hoorn : Onder de Boompjes 22 : Van peperbaal tot tandartsstoel.
-
Gelder, R. van en L. Wagenaar, 1988. - Sporen van de Compagnie : de VOC in Nederland.
-
Overvoorde, J.C. en P. de Roo de la Faille, 1928. - De gebouwen van de Oost-Indische Compagnie en van de West-Indische Compagnie in Nederland.