Dolfijn (1654)
(ook Dolphijn en Dolphin)
Kenmerken
Kenmerken
Naamgeving | Dierennaam, tevens sterrenbeeld. |
Scheepstype | jacht |
Bouw | gebouwd in 1654 voor de Kamer van Amsterdam op een werf in Amsterdam |
Gebruik | in gebruik bij de VOC vanaf 1654 tot 15/05/1663 (vergaan, Galle, Ceylon) |
Laadvermogen | 260 last (520 ton) |
Beschrijving
Beschrijving
Komend uit Suratte vergaan in de Baai van Galle op 15 mei 1663 (vlgns Gen. Missiven dd 21/12/1663 op 14 mei). Daarbij ging een cargasoen
van f. 430170.- verloren, zijnde de winst van een jaar in Suratte.
De ramp
Details van het vergaan
Vergaan: | 15/05/1663, op de route Surat - Batavia |
Ligging: | Galle, Sri Lanka |
Toedracht | De Dolfijn vertrok op 29 april 1663 van Surat naar Batavia. Als snel na het vertrek bleek het schip ernstig lek te zijn. Zelfs met twee pompen kon de bemanning haar niet droog houden. Daarom keerde het schip terug naar de haven. Bij inspectie bleek het lek in het kruidmagazijn aan bakboordzijde te zitten. Het lek werd door de scheepstimmerman gerepareerd en op 30 april voer de Dolfijn voor de tweede keer uit. Toen zij 'het Hoogelant van St. Jan' passeerden, werd het schip geteisterd door zware zee. Opnieuw moest de bemanning dag en nacht aan de pompen staan om het schip droog te houden. Op 3 mei werd de penibele situatie besproken in de scheepsraad. Aan aankomst voor een handelspost van de VOC op de Indische kust, vroeg de Dolfijn assistentie van een koopvaarder met de naam Zandtvliet. De Dolfijn vroeg 20 tot 25 mannen van de lokale bevolking om het schip leeg te pompen in geval van nood. Er werd voor die dienst echter een te hoge prijs gevraagd: één pagood (lokale munteenheid) per maand, gratis water, brandhout en rijst plus het gebruik van een galei en zes maanden vooruitbetaling. Daarom vertrok het schip zonder assistentie maar met 32 pakketten opium voor Cochin. De Dolfijn kwam daar aan op 10 mei, 'lek maar behouden'. Opnieuw werd assistentie afgewezen. Het schip moest naar Galle zeilen en de problemen werden groter. Op 14 mei kwam het schip op 6' 10" NB in slecht weer. Het lek werd groter. Om de moeilijke ingang van de Baai van Galle in de storm niet te missen, ging de Dolfijn voor anker in 13 vadem water. Om het schip droog te houden werden een vierde en vijfde pomp ingezet. Toen het anker gelicht moest worden om weer verder de zeilen, waren de bemanningsleden zo uitgeput van het constante pompen dat zij het anker niet meer konden ophijsen. Zij sneden daarom het ankertouw door. De Dolfijn voer naar de ingang van de baai waar zij ankerde en een aantal schoten afvuurde als noodsignaal. De situatie werd onhoudbaar omdat zelfs met vijf pompen het schip niet drijvend gehouden kon worden. De enige mogelijkheid was nog om zo snel mogelijk de baai in te varen om bemanning, geld en lading te redden. Opnieuw kon het anker niet gehesen worden doordat de bemanning te uitgeput was. Maar een ander groot probleem was dat het schip vlak voor een ondiepte lag en met de heersende windrichting kon zij daar niet goed wegkomen. Diezelfde avond nog moest het schip verlaten worden omdat de toestand niet meer te houden was. De volgende dag kwamen alleen nog de topjes van de masten boven water uit. |
Berging | De Dolfijn is onlangs teruggevonden. Toekomstig onderzoek moet de staat van het schip onthullen, maar op dit moment ligt de archeologische prioriteit bij de Avondster. |
Reizen
Reisgegevens
vertrek op | van | naar | aankomst op | kamer | schipper | |
26/05/1654 | Vlie | Batavia | 01/11/1654 | [Amsterdam] | Kornelis van Groet | |
over:
|
||||||
02/1655 | Batavia | Vlie | 06/09/1655 | Amsterdam | ||
over:
|
||||||
21/11/1655 | Texel | Batavia | 15/05/1656 | Amsterdam | ||
over:
|
||||||
Goase bezetting | Batavia | 22/06/1659 | ||||
26/07/1659 | Batavia | Goa | ||||
De vloot bestaat uit de volgende oorlogsbodems: Dolfijn, Tholen, Hector, Angelier, Workum, Ter Goes, Vlieland, Muiden, Schellingen, Zeehond, Domburg, Gelria en Mandarsaha. Commandeur Roothaes bevond zich aan boord van de Dolfijn. De volgende dag lag de vloot nog in het zicht van Batavia maar tegen de avond gingen zij dan toch onder zeil. | ||||||
27/02/1661 | Tayouan | Batavia | 22/03/1661 | |||
Aan boord bevond zich Joan van der Laen. | ||||||
05/07/1661 | Batavia | Tayouan | ||||
De vloot onder Jacob Cauw bestond uit de schepen Dolfijn, Naarden, Muiden, Zierikzee, Hasselt, Ankeveen, Koudekerke, Urk en Ter Boede. | ||||||
Batavia | Deshima | 22/08/1662 | ||||
Rechtstreeks | ||||||
06/11/1662 | Deshima | Malakka |
Bronnen
Bronnen
• Chijs, J.A. van der (ed.), 1889. Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India Anno 1661. - Bataviaasch Genootschap van Kunst en Wetenschappen, 1889. [nl]
• Lohanda, Mona, en Hendrik E. Niemeijer, 2013. Marginalia to the Daily Journals of Batavia Castle (1659-1799) : A digitized contemporary chronological entry to archives of the Dutch East India Company (VOC). - Jakarta: Arsip National Republik Indonesia / The Corts Foundation, 2013. [nl] - NB: niet meer online)
• RGP-GS125, 1968. Generale Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan Heeren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie : Deel III: 1655-1674. - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1968. - 1007 p., [nl]
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5
• RGP-GS167, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 626 p., [en] - 90-247-2282-9
• Santen, H.W. van, 1982. De Verenigde Oost-Indische Compagnie in Gujarat en Hindustan, 1620-1660. - 1982. [nl]
• Viallé, Cynthia, en Leonard Blussé, 2010. The Deshima dagregisters : their original tables of contents : Vol. XIII 1660-1670. - Leiden: Institute for the History of European Expansion, 2010. - 421 p., [en]