Vergulde Draak (1653)
(ook Vergulde Draeck en Vergulde Draek)

Kenmerken

Kenmerken

Scheepstypejacht
Bouwgebouwd in 1653 voor de Kamer van Amsterdam op een werf in Amsterdam
Gebruikin gebruik bij de VOC vanaf 1653 tot 28/04/1656 (vergaan, Lancelin Island, Australië)
Lengte41,8 m.
Breedte9,8 m.
Diepgang4,1 m.
Laadvermogen130 last (260 ton)

Beschrijving

Beschrijving

Door een navigatiefout is de Vergulde Draak op de westkust van het Zuidland (Australie) vergaan op 28 april 1656 (zie hieronder).

De ramp

Details van het vergaan

Vergaan:28/04/1656, op de route Kaap de Goede Hoop - Indië
Ligging: Australië; Cape Leschenault (31° 13.36' ZB 115° 21.48' OL)
Lading8 kisten zilveren munten ter waarde van 78600 gulden en een lading handelsgoederen ter waarde van 106400 gulden.
ToedrachtIn 1655 vertrok het jacht Vergulde Draeck onder schipper Pieter Albers uit Amsterdam en voer naar Kaap de Goede Hoop. Daarna zette het schip met nog zes andere schepen koers naar Batavia. De Vergulde Draak raakte de overige schepen kwijt en moest alleen verder. Door een navigatiefout kwam het schip gevaarlijk dicht bij de westkust van het Zuidland (Australie). In dit werelddeel waren de golven altijd huizenhoog en ze verhulden gevaarlijke riffen en rotsen. De Vergulde Draack liep op 28 april 1656 in volle vaart op een rif dat anderhalve mijl in zee stak en brak ogenblikkelijk in tweeën. Slechts 75 van de 193 bemanningsleden konden zich in veiligheid brengen Aan land moesten ze zien te overleven in het droge, barre, eindeloze land. Ze waren doodsbang voor de plaatselijke bevolking wier vuren ze 's nachts zagen branden. De onderstuurman en zes matrozen werden met de schuit die nog in goede staat was naar Batavia gestuurd om hulp te gaan halen. Uitgeput bereikten de zeven mannen op 7 juni Batavia.
Reeds de volgende dag vertrok de fluit Witte Valk om hulp te bieden en de lading te redden. De Witte Valk zou in Straat Soenda het jacht de Goede Hoop ontmoeten en samen zouden zij de reddingsexpeditie ondernemen. Door een storm raakten de twee schepen elkaar kwijt en gingen apart verder. Door het slechte weer kon de Witte Valk niet op de kust landen en keerde terug. De Goede Hoop had wel 11 man aan land weten te krijgen, maar die keerden niet meer terug. Hun boot werd in stukken op de kust aangetroffen. Ook de Goede Hoop keerde onverrichterzake in Batavia terug.
In januari 1657 kreeg de fluit Vink opdracht om te zoeken tijdens haar reis van de Kaap naar Batavia maar ook deze speurtocht mislukte. De Vink had een dag bij mooi weer langs de kust kunnen zoeken maar toen stak er een harde storm op zodat de Vink de zoekactie moest staken en doorvoer naar Batavia.
Pas twee jaar na de ramp, op 1 januari 1658, werd opnieuw een reddingsploeg van twee schepen, de galjoten Waeckende Boey en Emmeloordt, uitgezonden om de overlevenden op te halen en te zien wat er nog te redden viel van de lading, waaronder zes kisten met zilverstukken. De schepen mochten elkaar onder geen beding uit het oog raken. Omdat de Wakende Boei sneller voer dan de Emmeloord en schipper Samuel Volkersen niet langer iedere keer op- de Emmeloord wilde wachten, liet hij in de tweede week van februari de Emmeloord achter zich.
Op 23 februari kreeg de Wakende Boei de kust op 31°40' ZB in zicht. Volkersen ging op verschillende plaatsen aan land. De stuurman vond tussen 31°20' en 31°14' wel wrakstukken van de Vergulde Draak maar geen spoor van de bemanning. op 26 februari sloeg de schuit tijdens het lichten van het anker om en zonk. Gedurende de volgende twee weken was het weer slecht en dreef het schip verder naar het zuiden. Op 20 maart ging de boot aan land en kwam terug met wrakhout van de Vergulde Draak. Terwijl de boot opnieuw met 14 man onder leiding van Abraham Leeman, de eerste stuurman van de Wakende Boei, aan land was verslechterde het weer. Volkersen probeerde de boot terug te roepen met een kanonschot en het ontsteken van een vuur maar kreeg geen reactie. Met moeite wist hij de open zee te bereiken. Enkele dagen later keerde hij terug naar de kust. Omdat hij geen schuit meer had, de boot aan wal was en hij geen geschikte ankerplaats kon vinden, besloot Volkersen terug te gaan naar Batavia, de 14 mannen met de boot achterlatend.
De Emmeloord had intussen op 24 februari de kust bereikt. Gedurende 15 dagen speurden ze de kust af naar overlevenden van de Vergulde Draak maar behalve inboorlingen hebben ze niets gezien wat op aanwezigheid van overlevenden duidde. Ze besloten terug te gaan naar Batavia. Bij Java ontmoette de Emmeloord de Wakende Boei.
Driekwart jaar later bereikte het nieuws dat Abraham Leeman was op raadselachtige wijze uit het Zuidland teruggekeerd in gezelschap van nog drie andere overlevenden. Toen zij op 28 februari met de vuren contact hadden gemaakt met de Wakende Boei was de zee te ruw om met de boot in zee te steken. De volgende dag was het schip weg. Toen ze begrepen dat er van de Wakende Boei geen redding meer te verwachten was, versterkten zij de boot en vertrokken op 8 april richting Batavia. Al gauw was het water op. Met elf van de 14 man nog in leven bereikte de boot op 28 april de zuidkust van Java. Vijf man gingen met een vaatje aan land om water te zoeken. Dat vonden ze maar ze wilden niet meer terug aan boord gaan. De volgende twee mannen die Leeman naar land stuurde, deden precies hetzelfde. De boot lag erg dicht onder de kust en toen het weer slechter werd sloeg de boot kapot. De vier overgebleven bemanningsleden wisten het land te bereiken. Zij besloten in westelijke richting langs de kust te gaan lopen. Twee maanden later werden ze in zeer slechte conditie gevonden door inboorlingen die hen naar Japara brachten.
De heren van de VOC besloten toen dat het na al die tijd zinloos was om nog langer te zoeken naar de opvarenden van de Vergulde Draak. De zaak werd gesloten.
BergingEnigszins bij de ramp. In 1963 teruggevonden: lood, ivoor, amber, koraal en 10.000 munten.
De Australier James Henderson heeft m.b.v. het dagboek van Leeman het wrak gevonden, nadat hij in 1963 met zijn zoons tijdens het vissen het wrak van een oud schip, dat later de Vergulde Draeck bleek te zijn, had gezien. Hierdoor raakte hij geinteresseerd in deze handel en in de persoon Abraham Leeman en heeft hij de toedracht gereconstrueerd. Henderson heeft over zijn bevindingen en avonturen een boek geschreven getiteld 'Marooned', schipbreukeling (bron: kranteartikel).
MuseaKunstvoorwerpen afkomstig van de Vergulde Draak bevinden zich in het Fremantle Maritime Museum, Fremantle, Australië.
Het dagboek van Leeman bevindt zich in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Reizen

Reisgegevens

  vertrek op van naar aankomst op kamer schipper
23/08/1653 Texel Batavia 24/05/1654 Amsterdam Aris Jansz. Dul
 

over:
• Kaap de Goede Hoop; aankomst 15/02/1654, vertrek 12/03/1654

07/11/1654 Batavia Texel 11/06/1655 Amsterdam Pieter Albertsz.
 

over:
• Kaap de Goede Hoop; aankomst 19/01/1655, vertrek 28/01/1655

04/10/1655 Texel (VERGAAN) 28/04/1656 Amsterdam Pieter Albertsz.
 

over:
• Kaap de Goede Hoop; aankomst 09/03/1656, vertrek 12/03/1656

Bronnen

Bronnen

• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5
• RGP-GS167, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 626 p., [en] - 90-247-2282-9
• Sigmond, J.P., en L.H. Zuiderbaan, 1993. Nederlanders ontdekken Australië : scheepsarchaeologische vondsten op het Zuidland. - Amsterdam: De Bataafsche Leeuw, 1993. - 172 p., [nl] - ISBN 90-6707-315-6