Gelderland (1607)
Kenmerken
Kenmerken
Bouw | gebouwd in 1607 voor de Kamer van Amsterdam op een werf in Amsterdam |
Gebruik | in gebruik bij de VOC vanaf 1607 tot 06/03/1615 (vergaan, Mauritius) |
Lengte | ca 42 m kiel |
Laadvermogen | 350 last (700 ton) |
Bewapening | Zie onder 'Opmerkingen' |
Beschrijving
Beschrijving
De bewapening was bepaald op: 4 halve cartouwen van 18 lb ijsers; 10 dolurques van 8 lb ijsers; 5 saekers; 2 cleyne stuckskens om op de schaloupen te gebruycken; 7000 lb bossecruyt; voorts van musketten, roers en spietsen naer advenant.
Opmerking over de bewapening:
Onder een halve cartouw verstond men gewoonlijk een 24 ponder, maar met het geschut van die naam werden ook wel kogels van 22 en zelfs 13 pond verschoten. Een saker was een 5 of 6 ponder, al kwamen ook dubbele (van 12 pond) voor. De dolorque is onbekend.
Na de ongelukkig verlopen reis van de vorige 'Gelderland' (zie aldaar) probeerde haar opvolger op 3 april 1607 te vertrekken, maar moest terugkeren. Op 26 april 1607 vertrok het schip dan definitief naar Oost-Indië, achter de derde vloot aan (zie onder 'Banda' en 'Gouda'). Het schip kreeg toen geheime instructies mee voor zichzelf en een nieuwe geheime instructie voor de vloot onder Van Caerden.
Schipper Jan Jansz. Mol voerde een der drie gevechtsploegen aan bij de bestroming van het Fort Tafasoho op Makean in juni 1608. Daarna maakte de 'Gelderland' met de 'Kleine Zon' een avontuurlijke reis van Ternate benoorden Borneo langs naar Bantam, waar de 'Kleine Zon' op 29 november 1608 aankwam. De 'Erasmus' moest op 27 januari 1609 de retourvloot wegens lekkage verlaten ter hoogte van Mauritius. Op Mauritius worden de nagelen aan de wal opgeslagen. Op 2 juli 1609 loopt de 'Gelderland' op de thuisreis Mauritius aan, neemt 48 man van de 'Erasmus' over, waarna van der Eertbruggen achterblijft met 25 man ter bewaking van de lading. Op 12 november 1609 vertrekt de 'Gelderland'. Van de 48 man, die zich op de 'Gelderland' inscheepten, kwamen echter op 18 juni 1610 slechts elf levend in Nederland aan.
In de nacht van 5 op 6 maart 1615 is de Gelderland tijdens een zeer zware storm vergaan toen het schip tezamen met de Banda, Delft en Geünieerde Provinciën bij Mauritius lag. Drie van deze vier schepen zijn vergaan; alleen de Delft overleefde de ramp.
Reizen
Reisgegevens
vertrek op | van | naar | aankomst op | kamer | schipper | |
26/04/1607 | Zeeland | Malabar | 26/10/1607 | Amsterdam | Jan Jansz. Mol | |
24/05/1609 | Bantam | Texel | 18/06/1610 | Amsterdam | Jan Jansz. Mol | |
29/12/1611 | Texel | Bantam | 28/11/1612 | Amsterdam | Simon Lambrechtsz. Mau | |
over:
|
||||||
De vloot bestaande uit de Grote Aeolus, Ceylon, Duifje, Gelderland, Groene Leeuw, Rode Leeuw, Grote Maan, Patania, Ster, Zon, Oranje, Rotterdam en Zeelandia stond onder commando van Adriaan Martensz. Blok aan boord van de Gelderland. Het totaal aantal personen aan boord van de schepen van deze vloot bedroeg ca. 2000. Op 25 juni 1612 bevond de vloot zich ter hoogte van Kaap de Goede Hoop, maar deed de Kaap niet aan. | ||||||
27/12/1614 | Bantam | (Patria) | 06/03/1615 | Amsterdam | Simon Lambrechtsz. Mau | |
Volgens Valentijn vertrokken op 6 nov. 1614. In de nacht van 5 op 6 maart 1615 tijdens een zeer zware storm vergaan toen het schip tesamen met de Banda, Delft en Gelderland bij Mauritius lag. Drie van deze vier schepen zijn vergaan; alleen de Delft overleefde de ramp. |
Bronnen
Bronnen
• Booy, A. de, 1968. De derde reis van de VOC naar Oost-Indië onder het beleid van admiraal Paulus van Caerden uitgezeild in 1606, deel 1. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1968. - 213 p., [nl]
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5
• RGP-GS167, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 626 p., [en] - 90-247-2282-9
• Valentijn, François, 2002. Oud en Nieuw oost-Indiën, deel I. - Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2002. [nl] - ISBN 90-5194-226-5