Oosterland (1685)
(ook Oosterlant)
Kenmerken
Kenmerken
Naamgeving | Zeer waarschijnlijk genoemd naar het landgoed Oosterland van de juist in 1684 aangestelde VOC-bewindhebber van de Kamer van Zeeland Cornelis de Jonge, die ook burgemeester van Middelburg was, in het dorp Oosterland op Schouwen-Duiveland ten oosten van Zierikzee. Alleen de zuilen van de toegangspoort zijn van het landgoed overgebleven. |
Scheepstype | spiegelretourschip |
Bouw | gebouwd in 1684 voor de Kamer van Zeeland op de VOC-werf in Middelburg |
Gebruik | in gebruik bij de VOC vanaf 1685 tot 24/05/1697 (vergaan, Kaap de Goede Hoop, Tafelbaai; Zuid-Afrika) |
Lengte | 160 voet |
Breedte | 39 voet |
Holte | 18 voet 2,5 duim |
Laadvermogen | 600 last (1200 ton) |
Bemanning | 240-325 koppen |
Beschrijving
Beschrijving
In een resolutie van de Heren XVII van 12 oktober 1684 wordt 250 last genoemd; mogelijk dat dit het laadvermogen was en de in andere stukken genoemde 600 last de waterverplaatsing (Werz, 2004).
Op 24 juni 1684 is door de Heren XVII besloten tot de bouw van verschillende nieuwe schepen, waaronder de Oosterland (overige schepen zijn Waalstroom, Helder, Boswijck, Moercappel, Pijlswaard, Nierop en een pinas). De bouw van de Oosterland is geïnspecteerd door de Kamer van Rotterdam, een maatregel om te voorkomen dat de Kamers zich niet aan de afgesproken maten zouden houden en grotere schepen zouden bouwen.
op 6 oktober 1685 is het schip van de werf naar de rede bij de Wielingen gesleept. Daar kwam de bemanning aan boord. De eerste schipper was Karel de Marville (ook wel geschreven als Carel de Merveille).
Tussen de aankomst van de tweede reis en het vertrek voor de derde reis naar de Oost lag anderhalf jaar; in die periode onderging het schip zeer waarschijnlijk een grondige onderhoudsbeurt.
De Oosterland is tijdens een storm vergaan in de Tafelbaai bij Kaap de Goede Hoop op 24 mei 1697.
De ramp
Details van het vergaan
Vergaan: | 24/05/1697, op de route Galle - Patria |
Ligging: | Zuid-Afrika; Tafelbaai, Milnerton Lagoon, monding Saltrivier (33°53.4XX' S 018°28.9XX' E) |
Lading | textiel, kaneel, foelie, sappanhout, diamanten |
Toedracht | In de loop van de middag van de 23ste nam de noordwestenwind toe sterk toe en regende het hevig. De Stad Keulen raakte op drift en dreigde de Kattendijk te rammen. Om dat te voorkomen werden de ankerkabels van de Kattendijk gekapt. Gevolg was dat de Kattendijk ook op drift raakte. Nog voor het aanbreken van de dag passeerde de Kattendijk rakelings de Oosterland. De Kattendijk sleepte een anker met zich mee die verstrikt raakte in de ankerkabel van de Oosterland. Hierdoor kwam de Kattendijk in aanvaring met de Oosterland. De spiegel van de Oosterland raakte hierbij ernstig beschadigd. Om meer schade te voorkomen werd ook de ankerkabel van de Oosterland gekapt zodat er drie schepen op drift waren. De schepen konden voordat ze de kust bereikten nog ankers uitzetten. Kort na elf uur braken de ankerkabels van de Oosterland, zoals twee uur eerder de Waddinxveen ook al overkomen was. Beide schepen dreven naar de ondiepe wateren bij de monding van de Zoute Rivier. Tussen twee en drie uur strandde de Oosterland, eveneens in navolging van de Waddinxveen. De grote mast brak onmiddellijk af, de romp brak en het schip viel in de branding snel uit elkaar. Van de bemanningsleden die aan boord waren overleefden slechts twee de ramp, de kajuitwachter Leendert Overraat en matroos Jan Claasze, 140 man zijn omgekomen. |
Berging | Gedurende de eerste zes tot acht dagen werden 20-29 soldaten uit het kasteel naar de plaats des onheils gestuurd. Zij hielden zich in eerste instantie bezig met het bergen en bedraven van de aangespoelde lijken. Enkele soldaten braken privé-kisten open en stalen er inhoud uit. Overlevende Leendert Overraat had gezien hoe hofmeester Pieter Hensius twee zakjes diamanten uit de kist van de schipper had genomen en om zijn middel had gebonden om deze later aan Pieter van Eede te geven. Hensius sloeg echter tijdens de ramp overboord. Men heeft in de dagen na de ramp verschillende pogingen ondernomen om meer dan 30 ankers, die de vloot in de storm verspeeld had, te bergen. Het merendeel van de ankers is geborgen tussen 26 en 28 mei. Er stonden 27 opvarenden van de Oosterland vermeld op de monsterrollen van de Huis Jerusalem en Waterman die na de ramp naar Patria vertrokken; deze mannen waren waarschijnlijk bij aankomst van de Oosterland ziek aan land gebracht; dat was hun redding. In 1988 werden de wrakken van zowel de Oosterland als de Waddinxveen teruggevonden. Hoewel bergen verboden was, kon de directeur van de Zuid-Afrikaanse Monumenten zorg (National Monuments Council) in eerste instantie geen toestemming verlenen de wrakken nader te onderzoeken en de gevonden resten te bergen. In verband met het belang van de vondst is wel toegestaan de kanonnen te bergen om illegale berging te voorkomen. In 1990 werd het onderzoekverbod opgeheven en kon toestemming worden verkregen de wrakken nader te onderzoek. Het wrak van de Oosterland ligt in slechts 6 meter diep water, een paar honderd meter van de ingang tot de Milnerton Lagoon. De combinatie van sterke wind en stroming, koud water en slecht zicht maken duiken hier erg moeilijk. |
Musea | In het Zuid-Afrikaans Maritiem Museum (Iziko Maritime Centre) in Kaapstad worden twee bronzen kanonnen van de Oosterland tentoongesteld. |
Reizen
Reisgegevens
vertrek op | van | naar | aankomst op | kamer | schipper | ||
25/11/1685 | Wielingen | Batavia | 31/07/1686 | Zeeland | Karel de Marville | ||
over:
|
|||||||
Vanwege slecht weer werd de Oosterland twee weken na haar vertrek gedwongen terug te keren. Op 8 december was het schip weer terug bij de Wielingen. Pas op 2 of 3 februari 1686 kon het schip opnieuw uitvaren. | |||||||
13/12/1686 | Batavia | Wielingen | 08/1687 | Zeeland | Karel de Marville | ||
over:
|
|||||||
Aan boord was Rijcklof van Goensz, zoon van Rijcklof Volkertsz van Goens, die terugkeerde naar Patria. Hij overleed echter tijdens de reis. | |||||||
29/01/1688 | Wielingen | Batavia | 19/07/1688 | Zeeland | Karel de Marville | ||
over:
|
|||||||
De Oosterland vertrok als derde schip (na de Voorschoten en de Borsenburg) met Hugenoten. Het schip had 33 passagiers waaronder 24 vluchtelingen uit Frankrijk, waaronder enkele Hugenoten-families die een belangrijke rol zouden gaan spelen in de latere geschiedenis van Zuid-Afrika (bron: http://www.uct.ac.za/). Tijdens de reis beviel de hugenoot Madeleine Menanteau, getrouwd met Jean Prieur du Plessis, chirurgijn uit Poitiers, van een zoon die Charles genoemd werd. Het kind werd op 18 april gedoopt. Is de aankomstdatum in Batavia wel juist (geg. uit DAS)? Zie vertrekdatum naar Japan op 27 juni 1688. | |||||||
25/12/1688 | Batavia | Wielingen | 09/08/1689 | Zeeland | Aamoud Scheiteruit | ||
over:
|
|||||||
08/02/1691 | Wielingen | Batavia | 28/09/1691 | Zeeland | Aarnoud Scheiteruit | ||
over:
|
|||||||
De reis ging niet door het Kanaal maar "achterom" om Schotland heen. Dit in verband met de Negenjarige oorlog (1688-1697) die verschillende Europese staten waaronder de Nederlanden en Frankrijk voerden. Bij de aankomst in de Tafelbaai lekte de Oosterland behoorlijk en was het in zeer slechte conditie. Toch werd de reis naar Batavia voortgezet. Aan de Kaap werden 238 baren lood geladen. | |||||||
30/01/1692 | Batavia | Straat Soenda | |||||
Met aan boord de fiscaal en gecommitteerden om de retourvloot te monsteren. | |||||||
Straat Sunda | Batavia | 02/02/1692 | |||||
Terug van het monsteren der retourschepen. | |||||||
14/07/1692 | Batavia | Coromandelkust | 1692 | Aarnoud Scheiteruit | |||
Volgens DAS vertrek op 11 juli. | |||||||
1692 | Coromandelkust | Ceylon | Aarnoud Scheiteruit | ||||
28/02/1693 | Ceylon | Rammekens | 04/10/1693 | Zeeland | Aarnoud Scheiteruit | ||
over:
|
|||||||
Tussen Batavia en de Kaap zijn 16 opvarenden gestorven en lagen er 80 ziek. | |||||||
16/07/1694 | Zeeland | Batavia | 11/06/1695 | Zeeland | Pieter van Eede | ||
Bij vertrek met bestemming uitreis bestond de paasvloot uit de schepen Oosterland, Pampus, Purmer en Sion. | |||||||
over:
|
|||||||
De route "achterom" Schotland werd gekozen om conflicten met de Fransen te voorkomen. Toen het schip Kaap de Goede Hoop bereikte werden er 163 zieken aan boord geteld en waren er 74 mensen gestorven. De passagiers, Gajus André en drie vrouwen gingen aan de Kaap van boord. | |||||||
19/07/1695 | Batavia | Suratte | 28/11/1695 | ||||
over:
|
|||||||
De vloot bestaande uit Nederland, Beieren, Oosterland, Sion, Reigersdaal en Pampus stond onder bevel van schipper Bruijn Janse van Scheve en voer uit om enkele vijandige Franse schepen van de Malabar-kust te verdrijven. Maar er gingen ook handelsgoederen mee aan boord. | |||||||
25/12/1695 | Suratte | Goa | 10/03/1696 | ||||
Het eskader tegen de Fransen bestond uit de Nederland, Beieren, Oosterland, Sion, Reigersdaal, Pampus, Hof van Ilpendam, de fluit Spierdijk en het galjoot Snoeper. Eerst ging het tot Cannalore waar het eskader van 6 januari tot 14 januari wachtte. Het bericht dat vijf Franse schepen op 22 december in Goa waren aangekomen bereikte het eskader en na het anker gelicht te hebben bereikten de schepen op 23 januari Goa. Op 27 januari kreeg men de Franse schepen in zicht maar liet ze rustig hun lading innemen. Uiteindelijk werden de Franse schepen op 7 maart ten zuiden van de Vengurla Eilanden onderschept. De strijd werd weliswaar door de Hollanders gewonnen maar de Franse schepen wisten wel te ontsnappen. De schepen werden nog wel achtervolgt maar in de nacht van 8 op 9 maart raakten de Franse schepen uit het zicht. Op 10 maart kwam het eskader in Goa aan. Daar werd gewacht op een eskader onder Paulus Huntum. Van Scheve bleef in Goa om de haven te beschermen met de Nederland, Drechterland, Hof van Ilpendam, Pampus en Saemslag. Na 2 mei zou zijn eskader naar Tuticorin gaan. Paulus Huntum vertrok naar Suratte met de Schelde, Beieren, Oosterland, Sion, Reigersdaal, Schulp, Tamboer en de brander Cochin. | |||||||
19/03/1696 | Goa | Suratte | 27/04/1696 | ||||
Bij Suratte lagen de Franse schepen die op 7 maart waren ontsnapt. Deze schepen werden opnieuw verjaagd. | |||||||
Suratte | Tuticorin | 01/06/1696 | |||||
Kort na het verjagen van de Franse schepen op 27 april vertrok Huntum met zijn schepen naar Tuticorin waar Van Scheve ook naar toe gegaan was. | |||||||
Tuticorin | Gale (Ceylon) | ||||||
over:
|
|||||||
Na 22 augustus 1696 aankomst in de baai van Billigam, tussen Galle en Matara, om te wachten op gunstig weer om naar Galle verder te gaan. Aankomst te Galle tussen 8 oktober en 3 november 1696. | |||||||
17/02/1697 | Gale (Ceylon) | (VERGAAN) | 24/05/1697 | Amsterdam | |||
Bij vertrek bestond de retourvloot uit de schepen Assendelft, Oosterland, Huis Overrijp, Sion, Snoeper en Waterman. | |||||||
over:
|
|||||||
De retourvloot uit Ceylon kwam op 6 of 7 mei 1697 aan in de Tafelbaai. |
Bronnen
Bronnen
• Coertzen, Pieter, 1988. Die Hugenote van Suid-Afrika 1688-1988. - Kaapstad: Tafelberg Uitgewers, 1988. - 189 p., [af] - 0-624-02618-3
• Dagh-Register Batavia 1688, [s.a.]. Daghregister van ‘t Casteel Batavia van het jaar 1688 : verkorte inhoud in pdf-bestand. - [s.l.]: Arsip National Republik Indonesia, [s.a.]. [nl]
• Dagh-Register Batavia 1691, [s.a.]. Daghregister van ‘t Casteel Batavia van het jaar 1691 : verkorte inhoud in pdf-bestand. - [s.l.]: Arsip National Republik Indonesia, [s.a.]. [nl]
• Dagh-Register Batavia 1692, [s.a.]. Daghregister van ‘t Casteel Batavia van het jaar 1692 : verkorte inhoud in pdf-bestand. - [s.l.]: Arsip National Republik Indonesia, [s.a.]. [nl]
• Dam, Pieter van, 1927. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, Eerste boek, deel I. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1927. - 772 p., [nl]
• NA-1.11.01.01-551, [s.a]. Lijst van alle zoodanige Schepen in soorten als bij de Generale Oostindische Compagnie
zijn gemaekt oft gekocht als gehuurt alsmede waer oft de zelfde zijn agter gebleven ofte verongelukt als genoomen en verbrand, vermist of afgelegt. - [s.a]. - 228 folio's, [nl] - Nationaal Archief, 1.11.01.01 inv.nr. 551 Aanwinsten eerste afd. 1891, 19E
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5
• RGP-GS167, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 626 p., [en] - 90-247-2282-9
• Werz, Bruno E.J.S., 2004. 'Een bedroefd, en beclaaglijck ongeval' : de wrakken van de VOC-schepen Oosterland en Waddinxveen (1697) in de Tafelbaai. - Zutphen: Walburg Pers, 2004. - 206 p., [nl] - ISBN 90-5730-285-3