Nijmegen (1629)
(ook Nijmwegen en Nimwegen)
Kenmerken
Kenmerken
Bouw | gebouwd in 1629 voor de Kamer van Amsterdam op een werf in Amsterdam |
Gebruik | in gebruik bij de VOC vanaf 1629 tot 08/1632 (vergaan, Borkumer Rif) |
Laadvermogen | 275 last (550 ton) |
Beschrijving
Beschrijving
De schepen Nassau, Frederik Hendrik, Nijmegen, Wezel en Galias hebben op de terugreis in april 1632 een hergebruikte Engelse poststeen aan Kaap de Goede Hoop achtergelaten. Onder deze steen waren brieven gelegd bestemd voor de uitgaande schepen. De tekst op de steen verwees naar de brieven. Deze bijzondere steen bevindt zich nu in het Suid-Afrikaanse Kultuurhistoriese Museum in Kaapstad.
In augustus 1632 is de Nijmegen verloren gegaan bij het Borkumer Rif. Een deel van de lading zal geborgen zijn; Van Dam spreekt over een partij gemarineerde muskaatnoten.
Reizen
Reisgegevens
vertrek op | van | naar | aankomst op | kamer | schipper | ||
28/12/1629 | Texel | Batavia | 28/04/1631 | Amsterdam | |||
Bij vertrek met bestemming Indië bestond de kerstvloot, die onder commando stond van Artus Gijsels, uit de schepen Amboina, Brak, Deventer, Hof Van Holland, Leeuwarden, Middelburg en Nijmegen. | |||||||
over:
|
|||||||
06/01/1632 | Batavia | (VERGAAN) | 08/1632 | Amsterdam | Dirk Adamsz. | ||
over:
|
Bronnen
Bronnen
• Dam, Pieter van, 1929. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, Eerste boek, deel II. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1929. - 772 p., [nl]
• Moree, P., 1998. Met vriend die God geleide : het Nederlands-Aziatisch postvervoer ten tijde van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. - Zutphen: 1998. - 287 p., [nl] - ISBN 90-5730-012-5
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5
• RGP-GS167, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 626 p., [en] - 90-247-2282-9