Woordenlijst - Producten

Indigo
Ook Anil. Blauwe verfstof, gewonnen uit de geelgroene, behaarde, bladeren van de Indigofera tinctoria. Door bewerking met zuren en schelpkalk was het ook mogelijk er andere kleuren aan te onttrekken, o.a. purper, bruin en rood. Ook middel om hoofdpijn mee te stillen.
Bandanas
ook Bandesen. Donker gekleurde doeken, met lichte vlekken of figuren er op, die verkregen zijn door die plekken ongeverfd te laten.
Benjuin
ook Benzoë: welriekende gomhars uit de Styrax benzoin; werd in opgeloste vorm in diverse medicamenten en reukwerken gebruikt; is in alcohol volkomen oplosbaar.
foelie
gelige blaadjes van de zaadrok van de vruchten van de nootmuskaatboom.
agelhout ook Aguilhout. Welriekende houtsoort, afkomstig van verschillende aquilaria en gonysstylus soorten.
alcatief tapijt of karpet, uit wol of zijde geweven, meest met patronen van goud- of zilverdraad.
aloë-hout ook Paradijshout. Sterk en aangenaam ruikende houtsoort, voor reukwerk en in medicijnen gebruikt. De wetenschappelijke naam is Cordia.
aluin grondstof gebruikt als fixeermiddel in de leerlooierij en bij textielkleurstoffen.
amber stof, afkomstig van de gal van walvisachtigen, die in kleine stukjes, maar ook wel in grotere brokken op zee drijft. Het is een smakeloze maar welriekende, wasachtige stof. Gebruikt als reukwerk en werd in de vorm van poeder ook wel ingenomen.
anil zie Indigo.
antoffelen Stelen van de kruidnagelen.
armosijn zeer dunne zijde, meest voor voering gebruikt en naar de stad Ormuz genoemd.
atal gele verf
atlas fijne zijden stof; ook kleedje van die stof gemaakt. Atlasa (Arab.) = glad, zacht.
bandanas ook Bandesen. Donker gekleurde doeken, met lichte vlekken of figuren er op, die verkregen zijn door die plekken ongeverfd te laten.
bandesen zie Bandanas. Verbasterde vorm van bandanas.
barcan ook Kamelot; oorspr. bercan of berkan. Sterke stof uit wol of geitenhaar geweven.
bariga Bengaalse zijde van tweede kwaliteit.
batik verftechniek waarbij voordat verschillende dessins worden geverfd, de stoffen plaatselijk met was worden behandeld waardoor op die plaats de stof in het verfbad geen kleur opneemt.
benjuin ook Benzoë: welriekende gomhars uit de Styrax benzoin; werd in opgeloste vorm in diverse medicamenten en reukwerken gebruikt; is in alcohol volkomen oplosbaar.
benzoë zie Benjuin
bergervis Noorse stokvis, uit Bergen aangevoerd.
besaeltje kleine zakje, speciaal voor het vervoer van edelgesteenten.
beseeuwd ook Bezeeuwd. Door het zeewater beschadigd, meestal van specerijen gezegd: beseeuwde nagelen of noten. Synoniem: gemarineerd.
bethille fijne mousseline doek
bindrotting lange, dunne biezen voor bindmiddel en vervaardiging van matten en meubelen gebruikt
boerat zekere wollen stof.
bougis minderwaardige soort foelie.
brandewijnsstukken brandewijnsvaten.
brood harde scheepsbeschuit. Gewoon brood wordt daarentegen aangeduid als "week brood".
brouwersnoten goedkope soort muskaatnoten.
bryselijck broos, met name gezegd van uitgedroogde foelie.
cabessa zeker soort Bengaalse zijde.
cadjang groene boontjes
calaturshout ook Caleatourshout en Caliatourshout. Een rood sandelhout van de Kust van Coromandel. Het werd gebruikt voor inlegwerk en verfstof. Genoemd naar de stad Kalatore of ook wel Calitour (=Kistnapatnam).
cambaja geruite katoenen stof, genoemd naar de stad Cambaya.
candeelskop porceleinen kop, waaruit de kandeel, een drank voor kraamvrouwen, werd gedronken.
canifas canvas, zeildoek.
capletten ronde kopjes van de kruidnagelen
cardamon welriekende specerij, bestaande uit de zaaddozen van verschillende soorten van de geslachten Amomum en Elettaria (familie van de Zingiberaceae). Ook als geneesmiddel gebruikt.
cargasoen scheepslading
cassia ligna ook Houtkassie. Bast van de cassia, van de plantenfamilie der kaneelachtigen, die als minderwaardig kaneel in de handel kwam. Uit de lange zaadpeulen van Cassia fistula werd een laxeermiddel bereid.
cauris een soort schelpjes, hoofdzakelijk afkomstig van de Malediven. In Oost-Afrika en Zuid-Azië in gberuik als betaalmiddel.
cauwa ook Kahoeah (Arabisch). Koffie.
cinnamon kaneel.
cora fijn zijden weefsel.
corgo bundel van 20 stuks geweven stoffen. Hind. corge = 20.
coubang gouden munt in Japan. De VOC kende twee soorten "kobangs"; de oude, van een gehalte van ongeveer 21 karaat, golden ± ƒ24 en de nieuwe, van 13½ karaat, golden ƒ15,60.
courten het zich verenigen van kooplieden, met het doel elkaar bij inschrijvingen of aanbestedingen niet tegen te werken.
cubebe staartpeper of lange peper.
damast met bloemen, ranken en andere figuren doorwevenstof, aanvankelijk van zijde, later ook van linnen, wol en katoen.
defalqueren aftrekken, in mindering brengen.
dongry goedkope katoenen stof, gebruikt voor zeilen van prauwen, grove kleren en ook om fijne fluwelen en zijden stoffen in te pakken.
drakenbloed ook Sanguis draconis. Bloedrode harssoort, getrokken uit de vruchten van de Calamus draco, gebruikt als kleurmiddel in meubelmakerswas en politoer.
1

Als basis voor de woordenlijsten hebben onderstaande bronnen gediend:
- Brug, P.H. van der, 1994. - Malaria en malaise : de VOC in Batavia in de achttiende eeuw.
- Haalmeijer, H. en Vuik, D., 2002. - Fluiten, katten en fregatten - de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, 1602-1798.
- Kamer, H.N., 1995. - Het VOC-retourschip : een panorama van de 17de- en 18e-eeuwse Nederlandse scheepsbouw.
- Stapel, F.W., 1927 - Pieter van Dam's beschrijvinghe van de Oostindische Compagnie, eerste boek, deel 1.
- Wagenaar, L., 1994. - Galle, VOC-vestiging in Ceylon.